Op zoek naar een woning, maar u weet niet waar naar u moet zoeken? Laat ons u helpen. Vult u de onderstaande vragen in en wij doen u een voorstel.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen mensen van alle leeftijden en verschillende achtergronden, soms zelfs hele gezinnen, in Nijmegen in verzet. Als eerbetoon aan hun dappere bijdrage en ter herinnering aan deze voor de stad belangrijke periode, krijgen 23 van deze verzetsdeelnemers een eigen straatnaam in Hof van Holland.
De straatnaamtoewijzing past in het (gemeentelijke) streven om het Nijmeegs verzet op verschillende manieren zichtbaar te maken. De stad kent al diverse monumenten, graven, plaquettes, zelfs een verzetsbuurt, die refereren aan de oorlogsperiode. Het straatnamenplan in Hof van Holland is een nieuwe, extra investering om de verzetsdeelname en zo de herinnering aan de acties van ‘gewone mensen’ in oorlogstijd levend te houden. De keuze voor juist deze groep van 23 mensen heeft niets te maken met de ‘grootsheid’ van hun (helden)daden. Wat hen vooral bindt, is dat ze bewust overgingen tot het leveren van (gewapend) verzet en zo een belangrijke rol speelden tijdens de Nijmeegse oorlogsjaren. Van de ‘groep van 23’ overleefden 12 mensen de oorlog, de 11 anderen moesten hun verzetsacties met hun leven bekopen.
‘Oranje Marie’
Onder de 23 verzetsdeelnemers bevinden zich zeven vrouwen die zich ieder op hun eigen manier voor de goede zaak inzetten. Neem lerares van Riet Alebeek die naast haar koerierswerk inlichtingen verzamelde voor de ‘Groep Boerrigter’ en later hielp bij de opzet van het ondersteuningsfonds voor families en nabestaanden van verzetsdeelnemers en onderduikers. Net als Riet verrichte ook onderwijzeres Nel Peters (die uitgroeide topvrouw van het Nijmeegse verzet) koeriersdiensten, werk dat ze combineerde met het regelen van onderdak voor piloten. Truus Gelsing op haar beurt, hoofd uitreiking van het distributiekantoor Elst, vervalste bonkaarten tot het moment dat ze werd opgepakt. De Bonte Os in de Molenstraat, hotel van Henriette Witteveen-Van Galen, fungeerde als ontmoetingsplek van het studentenverzet en andere verzetsgroepen. Henriette pleegde jaarlijks symbolisch verzet met het ophangen van de rood-wit-blauw vlag tijdens Koninginnedag, wat haar de bijnaam ‘Oranje Marie’ opleverde. In het verzet zaten ook de drie politievrouwen Annie van Velzen, Tine Vastbinder en Jeanette Geldens, van wie Jeannette de eerste vrouw in Nijmeegse politiedienst was.
Studentenverzet
Ook docenten en studenten lieten zich tijdens de bezetting niet onbetuigd. Zo was Jos Hövell van Wezeveld en Westerflier, in 1942 clandestien benoemd tot preses van Carolus Magnus, actief in het lokale en landelijke studentenverzet en later betrokken bij het Nationaal Comité van Verzet. Student Rechten Jacques de Weert vervalste documenten onder zijn schuilnaam Zwarte Jacques; eerst lokaal, later op nationaal niveau. Historicus Vic(tor) Beermann, na zijn promotie leraar geschiedenis, gold als belangrijke organisator en inspirator van verzetskranten en onderduikhulpverlening in Nijmegen. En onderwijzer Geert Niemeijer werd illegaal actief in het schoolverzet, als redacteur De Nieuwe Wijnzak en als rechterhand van de Ordedienst (OD)-commandant.
Bonkaarten en schuiladressen
Soms kwamen echtparen of hele gezinnen in verzet. An en Ep Brendel-Jansen bijvoorbeeld hielpen ondergedoken Joden en werkten voor het illegale blad Vrij Nederland, terwijl Dolf en An Poelen vanuit hun drogisterij aan de Daalseweg onderduikhulp organiseerden en berichten, verzetskranten en pamfletten verspreidden. Tjerk Spijkstra, portier/conciërge van het Arbeidsbureau regelde papieren voor mensen en adviseerde Nijmegenaren hoe ze aan de keuring konden ontsnappen. Na Tjerks arrestatie nam zijn vrouw Lies hun ‘onderduikwerk’ over, waaronder het regelen van bonkaarten, financiën en schuiladressen. Alle familieleden van het gezin Moormann, met vader Jules sr., moeder Lucie en kinderen Riet, Frans, Jules en Wolfram, zetten zich actief in voor de Nederlandsche Unie, een politieke beweging die onder meer de NSB de wind uit de zeilen wilde nemen. Later waren Riet, Frans en Jules afzonderlijk van elkaar betrokken bij hulp aan onderduikers en het gewapende verzet.
Clandestiene burgerwacht
Tijdens de bezettingsjaren pakten ook ondernemers de handschoen op. Ferdinand Biessels, directeur van de Swift Schoenenfabriek, financierde als een van de bankiers van het Nijmeegse verzet de lokale verzetsorganisatie en wist mensen voor tewerkstelling en deportatie te behoeden. Apotheker Dick Boerrigter, voorzitter van de Nijmeegse vrijmetselaars, was initiator en organisator van de Nijmeegse afdeling van de paramilitaire verzetsgroep Oranjewacht, een soort clandestiene burgerwacht en voorloper van de Ordedienst. Spoorwegingenieur Albert Hedel, doorgeefluik voor verzetsnetwerken in de stad, was lid van dezelfde Ordedienst en als zodanig betrokken bij de bevrijding van het Nijmeegse station dat hij op zijn duimpje kende. Ook Peter Will, vader van zes zonen en keurmeester bij het Nijmeegs slachthuis, dook de illegaliteit in. Hij spioneerde, zorgde voor verspreiding van de Trouw en hielp gestrande geallieerden.
Bevrijdingsacties
Onder hen die in verzet kwamen, bevonden zich ook mannen die wisten hoe ze met wapens moesten omgaan. Zo vormde voormalig beroepsmilitair Coenraad Jan Hogerland zijn eigen inlichtingennetwerk ‘Hogerland’ dat inlichtingen voor geallieerden verzamelde. De in Paramaribo geboren oud-KNIL’er Jozef Marius Rodriguez volgde zijn sergeantsopleiding in Nijmegen, maar kwam net voor de oorlog met zijn gezin terug naar de stad waar hij onder meer illegale bladen aan de man bracht. Theo Dobbe, uit Bussum, richtte verschillende knokploegen (KP) in Zuid-Nederland op. Onder zijn leiding organiseerde de Nijmeegse KP overvallen op distributiekantoren en verschillende bevrijdingsacties. Net als Theo Dobbe wist ook Kees van Sambeek de nodige stootkracht te verzamelen, in dit geval als districtsleider en organisator van onderduikhulp en de knokploeg Maas en Waal.
De Oversteek
Samen wijzen de 23 verzetsdeelnemers bewoners en bezoekers straks de weg in Hof van Holland, het toekomstige centrumgebied van de Waalsprong waar de komende jaren zo’n 1900 woningen zullen worden gebouwd. De nieuwe wijk ligt ook vlakbij stadsbrug ‘De Oversteek’, in naam en vorm misschien wel de meest symbolische verwijzing in de Waalsprong naar de voor de stad zo belangrijke oorlogsperiode.
Afbeelding: straatnamen op de kaart. Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.