LentOosterhoutLandschapszoneHof van Holland

Heeft u deze woningen ook al gezien?

Woningzoeker

Op zoek naar een woning, maar u weet niet waar naar u moet zoeken? Laat ons u helpen. Vult u de onderstaande vragen in en wij doen u een voorstel.

Ik zoek een ...
Ik wil graag in ... wonen

Nieuwsbrief

Toolbox voor natuurinclusief bouwen maakt wonen aantrekkelijk

Donderdag 13 Februari 2020 | reacties 0
neststeen-gierzwaluw

De gemeente Nijmegen werkt aan een plan voor natuurinclusief bouwen in de Waalsprong. Dat betekent onder andere dat ontwikkelaars die woningen willen bouwen in de Waalsprong, voorzieningen moeten aanbrengen voor de huismus, de gierzwaluw en de dwergvleermuis. Daarvoor is nu een toolbox ontwikkeld. Zo wordt er in de Waalsprong niet alleen gewerkt aan wonen voor mensen, maar ook voor aantrekkelijk wonen voor (beschermde) dieren.

 

Het gemeentebestuur heeft in februari het besluit genomen dat deze toolbox moet worden ingezet bij iedereen die vanaf nu een woning wil bouwen in de Waalsprong. Iedere bouwer (particulier of commerciële ontwikkelaar) is verplicht nestvoorzieningen voor de gewone dwergvleermuis, de gierzwaluw en de huismus te integreren in de bebouwing. Dat wordt natuurinclusief bouwen genoemd.

 

Nestelen bij gebouwen

Deze mus, zwaluw en vleermuis zijn beschermde soorten die gebruik maken van gebouwen om te nestelen, en daarom zijn ze interessant voor natuurinclusief bouwen. Zij hebben het lastig doordat de moderne manier van bouwen nauwelijks ruimte biedt aan hen.

 

neststeen huismus

Toolbox

Met de toolbox kan via een aantal simpele stappen worden vastgesteld hoeveel nestvoorzieningen ten behoeve van de gewone dwergvleermuis, de gierzwaluw en de huismus er binnen een specifiek bouwproject aangelegd moeten worden. Er worden in de komende jaren in de Waalsprong nog circa 3000 eengezinswoningen en 1800 appartementen gebouwd. Als in deze woningen volgens de toolbox nestgelegenheid wordt ingebouwd, dan worden er ook ruim 400 neststenen ingemetseld voor de dwergvleermuis, een kleine 10.000 nestverblijfplaatsen voor de gierzwaluw, en eenzelfde aantal voor de huismus gerealiseerd. De toolbox bevat ook groene maatregelen; alleen nestgelegenheid is onvoldoende als er geen voedselbronnen zijn voor de dieren.

 

Vijf stappen

De toolbox bevat vijf stappen, waarmee bepaald wordt welke nestgelegenheid wordt ingebouwd in de woning en waar extra groen wordt gestimuleerd:

 

  1. Aantal woningen
    Eerst wordt gekeken hoeveel woningen het plan bevat. Dat geeft een richting voor het aantal nestvoorzieningen dat moet worden ingebouwd.
  2. Ruimtelijke context
    De omgeving van de woning is ook belangrijk. Staat een woning in een stedelijke omgeving, of juist dicht bij het al aanwezige landschap? Daarvoor zijn vier verschillende zones bepaald: landschappelijk, groen stedelijk, stedelijk en bedrijventerrein.
  3. Nest en/of groen? Naast het aanbrengen van nestvoorzieningen is ook de omgeving van belang: is de omgeving geschikt of geschikt te maken voor de mus, zwaluw of vleermuis? Is het zijn natuurlijk leefomgeving? Vindt het dier er voldoende voedsel? In een groenstedelijke zone  kan (en in een stedelijke zone moet) een bepaald percentage van de in stap 1 bepaalde hoeveelheid voorzieningen ingewisseld worden voor groene, biodiverse omgevingsmaatregelen. Denk daarbij aan het aanleggen van een tuin met groene muren, kruidenrijk gras, groene daken, insectenkasten en besdragende struiken en planten etc. Op deze wijze zorgen we er voor dat er optimale omgeving ontstaat, waarin de kans het grootst is dat zich ook daadwerkelijk dieren gaan vestigen in deze (groen)stedelijke gebieden.
  4. Punten scoren
    Aan de hand van de toolbox wordt  bepaald welke maatregelen binnen het woningbouwproject genomen moeten worden.  Voor het inwisselen van verblijfplaatsen voor groene omgevingsmaatregelen in de stedelijke zone wordt gewerkt met punten. De meeste resultaten worden bereikt bij een goede combinatie van het aantal nestvoorzieningen, inrichting van het voedselzoekgebied en een goede dekking van de diersoort.  Daarom kan een ontwikkelaar ook kiezen om zich te richten op een of twee soorten, in plaats van op alle drie. 
  5. Bewaken van de afspraken
    In stap 5 moet de ontwikkelaar de maatregelen die hij neemt en keuzes die hij maakt presenteren aan de gemeente. Zo kan de gemeente bewaken dat de afspraken ook worden nageleefd. Bovendien is met de Provincie afgesproken, dat er rapportages worden gemaakt over de voorzieningen. Zo bewaken zij op hun beurt weer wat er in de regio wordt gedaan om een groene, biodiverse leefomgeving te maken.

 

neststeen vleermuis Rijke omgeving

Met deze groene maatregelen wordt gewerkt aan een sterke biodiversiteit in de leefomgeving: veel soorten dieren en planten maken een rijke, groene omgeving.  En dat maakt het wonen in de wijk voor ménsen ook weer aantrekkelijk. Ook draagt het er aan bij om de gevolgen van klimaatveranderingen terug te dringen.

 

Soortenmanagementplan

De toolbox is een uitwerking van het Soortenmanagementplan voor Nijmegen-Noord. Met het Soortenmanagementplan richt gemeente de groengebieden rondom de woonwijken zo in dat beschermde diersoorten zich er thuis voelen.  

 

Meer weten?

Lees dan hier meer over het soortenmanagementplan. U leest er meer over wat de gemeente doet om van de Waalsprong een bijzondere en biodiverse leefomgeving te maken, maar ook wat u daar zelf als bewoner aan bij kan dragen.

 

« Terug naar het overzicht

Reacties


Geen reacties gevonden.

Plaats een reactie






« Terug naar het overzicht

Bekijk hier het complete woningaanbod

Naar de woningzoeker
Volg ons op sociale media